Week 4: Lezen onderweg: taalspelletjes voor in de auto, trein of op de kaart

 

Weet je dat lezen écht leuk kan zijn?

Ook als je onderweg bent!

Of je nu in de auto zit, met de trein reist of op de fiets zit — overal kun je lezen.
Verkeersborden. Reclameborden. Bewegwijzering. Alles heeft letters.
En dan heb je natuurlijk nog de nummerborden…

Je kunt zelf nieuwe woorden verzinnen van de letters op een kenteken.
Maak er een klein verhaaltje van. Of een rijm. Of een raadsel.
Zo wordt een lange rit ineens een taalavontuur!

Reistips met een taaltwist

  • Lees over de plek waar je naartoe gaat
    Zoek informatie in boeken of op internet. Laat kinderen zelf zoeken naar leuke weetjes over de bestemming.
  • Markeer de route op een kaart
    Ga samen met je kind de route tekenen of kleuren. Bij de ANWB zijn speciale kinderkaarten verkrijgbaar.
  • Verzin een reis naar een andere plek of land
    Zoek een boek in de bibliotheek over die plek. Gebruik internet voor plaatjes, cultuur en taal. Vergeet het weerbericht niet!
  • Kies een nieuwsbericht over een land of stad
    Verzamel informatie via kranten, internet of tv. Bespreek samen wat er speelt en wat je daarvan vindt.
  • Woordspel met nummerborden
    Schrijf Nederlandse kentekens op die je in het buitenland ziet (of buitenlandse in Nederland).
    Probeer woorden te maken met de letters. Hoe gekker, hoe beter!

Van kijken naar lezen

Als je onderweg bewust kijkt, ga je vanzelf lezen.
Je leert nieuwe woorden, verbindt letters aan betekenis én oefent met creatief denken.

Lezen hoeft geen boek te zijn. Soms is het gewoon het volgende bord dat je ziet.

Groetjes van zZiep


← Ouder Nieuwer →